Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2024 20.0

De begrotingsdoctrine

In 2014 heeft de raad van Ommen een begrotingsdoctrine vastgesteld. Deze heeft de afgelopen jaren goed gewerkt en het lijkt ons goed de hoofdlijnen daarvan op deze plaats nog eens te herhalen:

  1. De begrotingscyclus gaat over vier jaar, waarbij het beleidsmatige en financiële kader elk jaar wordt bepaald in de kadernota. Die wordt jaarlijks uitgewerkt in de programmabegroting. Afwijkingen worden twee keer in het jaar verantwoord in bestuursrapportages. De uiteindelijke inhoudelijke en financiële verantwoording vindt plaats bij de jaarrekening. Inmiddels is de begrotingscyclus zo ingericht.

  2. De begroting gaat uit van de volgende richtlijnen:
  • De begroting is elk jaar meerjarig sluitend. Inmiddels is dat steeds het geval;
  • de weerstand wordt berekend aan de hand van alle voorziene risico's en opgenomen in een toereikende algemene reserve. Inmiddels wordt jaarlijks de weerstand berekend. Nu is deze afgerond € 4,6 miljoen. De voorziene algemene reserve van ruim € 26 miljoen (per 1 januari 2024) is dus ruim voldoende;
  • tussentijdse wijzigingen vinden slechts plaats als die echt onvoorzien, onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn. Daarbij worden overschotten/tekorten niet tussentijds gecompenseerd. Inmiddels is de eis van zowel onvoorzien, onvermijdelijk als onuitstelbaar niet erg haalbaar gebleken. Wel is deze richtlijn vertaald naar de beide bestuursrapportages, waarbij de gemeenteraad afwijkingen voorgelegd krijgt;
  • de netto schuldquote bedraagt hooguit 130% van de begroting. Inmiddels is in het nieuwe bestuursakkoord de maximum norm verlaagd naar 100%. De afgelopen jaren heeft Ommen hier steeds aan kunnen voldoen en ook nu is dat nog het geval;
  • budgetoverhevelingen worden aan de gemeenteraad voorgelegd tijdens de tweede bestuursrapportage. Inmiddels is dit bestendige praktijk;
  • kapitaallasten worden bepaald op grond van actuele meerjarenramingen. Inmiddels is dit bestendige praktijk.