Ga naar de inhoud van deze pagina.
Jaarrekening 2024 0

Rechtmatigheidsverantwoording

Verantwoordelijkheid college van burgemeester en wethouders

De baten en lasten alsmede de balansmutaties moeten getrouw in de jaarrekening worden opgenomen. Uit het getrouw opnemen van de baten en lasten alsmede de balansmutaties, blijken een drietal rechtmatigheidscriteria niet expliciet. Dit betreffen het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium. In deze rechtmatigheidsverantwoording licht het college van burgemeester en wethouders toe in hoeverre bij de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd. Dit houdt in dat de verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties in overeenstemming zijn met door de raad vastgestelde kaders zoals de begroting en gemeentelijke verordeningen en met bepalingen in de relevante wet- en regelgeving. Bij de waarderingsgrondslagen in de jaarrekening is het door de raad op 19 december 2024 vastgestelde normenkader van de relevante wet- en regelgeving verder toegelicht.

 Deze verantwoording hanteert een grensbedrag omdat alleen de van belang zijnde aspecten in de verantwoording hoeven te worden betrokken. Deze grens is door de raad bepaald en bedraagt 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves en is daarmee vastgesteld op € 2.972.000. De grondslag voor deze verantwoording is de Kadernota Rechtmatigheid 2024 van de Commissie BBV van oktober 2024.

 Bevinding

Het college stelt vast dat de omvang van de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties die niet rechtmatig tot stand zijn gekomen bedrag € 8.057.000 bedraagt. Dit is hoger dan de daarvoor gestelde grens van € 2.972.000. Van de niet rechtmatig tot stand gekomen verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties is volgens het college overigens een bedrag van € 7.675.000 acceptabel op basis van door de gemeenteraad vastgestelde afspraken.

 De geconstateerde afwijkingen betreffen (bedragen x € 1.000):

Begrotingscriterium


1A.  Overschrijding lasten programma’s

7.215

1B.  Overschrijding investeringsbudgetten (kredieten)

460

2. Ongeautoriseerde reservemutaties

-

3. Overschrijding van baten en/of onderschrijding van lasten, investeringen en baten die niet tijdig tot een begrotingswijziging hebben geleid of niet tijdig aan de raad zijn gemeld

-

Totaal begrotingsonrechtmatigheden

7.675

4. Totaal van de begrotingsonrechtmatigheden (van onderdeel 1 en 2) dat past binnen het vooraf vastgestelde beleid en daarmee vooraf als acceptabel is geduid vermelden en verwijzen naar dit vooraf vastgestelde beleid.


De niet -acceptabele begrotingsonrechtmatigheden worden inhoudelijk in de rechtmatigheidsverantwoording en in de paragraaf bedrijfsvoering toegelicht.

7.675



-



Voorwaardencriterium


Inkopen ten onrechte niet Europees aanbesteed.

341



M &O criterium


WMO: Rolstoelen.

41



Totaal van onrechtmatigheden

8.057

Waarvan acceptabel

7.675

Waarvan niet-acceptabel

382


Toelichting

Begrotingscriterium - Overschrijding lasten programma’s

De totale omvang van de overschrijding van de lasten op programmaniveau bedraagt € 7.215.000 en wordt veroorzaakt door een overschrijding op de programma’s Economie (€ 111.000), Omgevingskwaliteit (€ 4.707.000) en Samenleving (€ 2.397.000). Overschrijdingen op programmaniveau zijn strikt genomen onrechtmatig. Deze onrechtmatigheid telt bruto mee als afwijking in de rechtmatigheidsverantwoording.

 Vervolgens heeft het college getoetst in hoeverre deze afwijkingen passen binnen de afspraken die met de raad zijn gemaakt. Hiervoor dienen de toelichtingen in de jaarrekening op programmaniveau als uitgangspunt. Het college heeft geconstateerd dat de betreffende overschrijdingen grotendeels door open einde regelingen worden veroorzaakt.

Begrotingscriterium - Overschrijding investeringsbudgetten (kredieten)

Uit de analyse op de rechtmatigheid van de investeringsbudgetten (kredieten) is gebleken dat de realisatie van de kredieten in boek- en kalenderjaar 2024 de initieel beschikbaar gestelde kredieten overschrijden (€ 460.000). Deze onrechtmatigheid telt bruto mee als afwijking in de rechtmatigheidsverantwoording.

 Begrotingscriterium - Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen de afspraken met de raad

De begrotingsonrechtmatigheden zijn getoetst aan de afspraken die met de raad zijn gemaakt. Daaruit volgt dat er afwijkingen zijn die passen binnen de afspraken en daarmee niet als rechtmatigheidsfout kwalificeren. Dit betreft met name afspraken die voortkomen uit een open einde regeling (€ 7.215.000). Daarnaast hebben wij geconstateerd dat de overschrijding op de investeringskredieten past binnen de afspraken die met de raad zijn gemaakt (€ 460.000). De totale omvang van de begrotingsafwijkingen die passen binnen de afspraken met de raad bedragen € 7.675.000 (€ 7.215.000 + € 460.000).

 Voorwaardencriterium - Inkopen ten onrechte niet Europees aanbesteed

In het kader van de rechtmatigheid van de jaarrekening 2024 heeft het college een analyse op de naleving van de Europese aanbestedingsrichtlijnen alsook het eigen inkoopbeleid uitgevoerd. Het gaat om inkopen met een waarde van in totaal € 341.000 (waarvan geen onrechtmatigheden uit voorgaande jaren), welk bedrag wij als rechtmatigheidsfout hebben aangemerkt. Ten aanzien van het eigen inkoopbeleid hebben wij vastgesteld dat wél de juiste procedures zijn gevolgd. Tot slot hebben wij geen onzekerheden qua rechtmatigheid voor Europese aanbestedingen en het eigen inkoopbeleid geconstateerd.

 De onrechtmatigheid in het kader van de Europese aanbestedingen wordt veroorzaakt doordat bij overschrijdingen van het drempelbedrag ten onrechte niet conform het Europees regime is aanbesteed of doordat er sprake is van een uitzondering op de aanbestedingsregels zonder dat daar een adequate juridisch pleitbaar standpunt is ingenomen.

M&O-criterium

Uit de analyse van het misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium is gebleken dat de toegekende voorziening in het kader van de WMO (rolstoel) niet meer in het bezit is van de cliënt. Daarbij zijn onterecht bedragen aan de aanbieder(s) van de rolstoel betaald. Het gaat om een totale (geëxtrapoleerde) fout in verband met een deelwaarneming) van € 41.000 welk bedrag wij als rechtmatigheidsfout hebben aangemerkt.

 Rechtmatigheidsverantwoording 2023

Het college van burgemeester en wethouders heeft toegelicht dat in de rechtmatigheidsverantwoording zoals opgenomen in de jaarrekening 2023, ten onrechte is vermeld dat geen sprake is van rechtmatigheidsfouten en/of onduidelijkheden die individueel of gezamenlijk de verantwoordingsgrens overschrijden. In verband met de gewijzigde regelgeving vanuit de Commissie BBV per 5 februari 2025 is aangegeven dat gerekend moet worden met bruto onrechtmatigheden in plaats van netto onrechtmatigheden. Het college heeft in 2023 de netto methode toegepast en heeft daarvoor van Bakertilly een goedkeurende controleverklaring op het onderdeel rechtmatigheid ontvangen. De Commissie BBV geeft op basis van nadere duiding op de wet- en regelging in 2025 aan dat de bruto methode moet worden toegepast.

 Rekening houdend met deze onrechtmatigheden bedroegen de rechtmatigheidsfouten en/of onduidelijkheden over 2023 in totaal € 12.650.000. Dit bedrag is hoger dan de verantwoordingsgrens voor jaarrekening 2023 ad. € 2.224.000. Het college is van mening dat de verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties in de jaarrekening 2023 hierdoor niet rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor gestelde grens.

 In de paragraaf bedrijfsvoering is op basis van de Kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV en op basis van de afspraken met de raad aanvullende informatie opgenomen over de financiële rechtmatigheid. In deze paragraaf heeft het college ook beschreven welke actie het onderneemt om vermelde afwijkingen in de toekomst te voorkomen.